Nefrectomie

Een nefrectomie is de verwijdering van een nier. Deze operatie moet meestal plaatsvinden vanwege een kwaadaardig gezwel of een goedaardige nieraandoening.

De werking van onze nieren

Een mens heeft twee nieren. Deze boonvormige organen bevinden zich aan weerszijden van uw wervelkolom, achter de buikholte. Ze liggen dus eigenlijk op de overgang van rug en zijde.

De nieren voeren water en afvalstoffen af uit ons lichaam. Al het vocht dat u inslikt, wordt via het darmkanaal opgenomen in uw lichaam. Als blijkt dat er in uw lichaam te veel vocht aanwezig is, dan wordt dat via het bloed naar uw nieren vervoerd en vervolgens als urine uitgescheiden.

De nieren zijn bijzonder efficiënt. In minder dan een uur kunnen ze al het bloed in uw lichaam volledig reinigen. U kunt dan ook één nier missen. U heeft zelfs aan een halve (goed functionerende) nier genoeg voor voldoende bloedreiniging.

Waarom is deze operatie nodig?

Meestal moet een nierverwijdering plaatsvinden vanwege een kwaadaardig gezwel of, minder vaak, vanwege een goedaardige nieraandoening. Enkele voorbeelden van goedaardige nieraandoeningen zijn:

  • Een cystennier (een cyste is een met vocht gevulde holte in een orgaan);
  • Een grote goedaardige tumor met verlies van functionerend nierweefsel;
  • Verschrompeling van de nier;
  • Ophoping van pus in de nier;
  • Een chronische nierbekkenontsteking, zonder uitzicht op herstel;
  • Een nier die niet of slecht functioneert.

Enkele voorbeelden van kwaadaardige nierziekten zijn:

  • Nierkanker (een kwaadaardig gezwel in nierschors of -merg);
  • Pyelum-uretercarcinoom (een kwaadaardig gezwel in nierbekken en/of urineleider), hierbij wordt ook de gehele urineleider verwijderd;
  • Nefroblastoom of Wilms-tumor (een kwaadaardig gezwel dat voornamelijk bij kinderen en jongeren voorkomt).

In alle gevallen geeft een gezwel in de nier pas laat klachten. Dit komt omdat er relatief veel ruimte is rondom de nier. Pijnklachten treden pas op wanneer er ruimtegebrek optreedt. Als een gezwel groter wordt, is bloedverlies in de urine meestal het eerste teken dat er iets mis is. Bij een nierbekkengezwel of een gezwel in de urineleider bevindt de afwijking zich in de afvoerweg van de urine (nierbekken of urineleider). In die situaties ontstaan vaak eerder klachten (bloedplassen).

Voorbereiding voor de operatie:

  • Wij nemen u 1 dag voor de operatie op. U ligt op afdeling Urologie. Een verpleegkundige, een coassistent en de zaalarts voeren een opnamegesprek met u. Tijdens of na het opnamegesprek doen we een lichamelijk onderzoek en controleren we uw bloeddruk, temperatuur, hartslag, gewicht, urine en bloed;
  • Om de vorming van trombose (bloedstolsels) te voorkomen, krijgt u iedere dag een fraxiparine-injectie in uw bovenarm of dijbeen;
  • Vanaf 00:00 uur ’s nachts uur moet u nuchter zijn, dit houdt in dat u dan niets meer mag eten of drinken.

De dag van de operatie

De verpleegkundige brengt u naar de wachtruimte van het operatiecomplex. Hier controleren we uw gegevens. U verblijft er tot u naar de operatiekamer gaat. Op de operatiekamer controleert het hele operatie-team nogmaals samen met u of alles klaar is voor de operatie. U moet dan uw naam en geboortedatum opnoemen en aangeven wat voor een operatie u krijgt. Vervolgens krijgt u een infuus. Wanneer u onder narcose bent (volledige verdoving) plaatst de arts een blaaskatheter. Dit is een slangetje in de urinebuis om uw blaas leeg te maken. Hierna start de operatie.

Hoe gaat de operatie?

De operatie kan met een laparascopie (kijkoperatie) plaatsvinden of met een snede in uw buik. De meest toegepaste methode is de laparoscopische techniek, die we hieronder verder toelichten. De methode die wordt uitgevoerd, hangt af van de aard, plaatsen grootte van de afwijking. De uroloog bespreekt dit vooraf met u.

Bij de laparoscopische techniek maken we enkele kleine sneetjes van ongeveer 1 centimeter in uw buikwand en flank. Met behulp van laparoscopische instrumenten vullen we uw buik met gas en kan de nier worden vrijgemaakt. Deze wordt na verzorging van de bloedvaten en de urineleider verwijderd. Om de nier te verwijderen, wordt één van de sneetjes verlengd.

Een groot voordeel van deze manier van opereren is dat u snel herstelt, mede omdat de uroloog maar een paar kleine sneetjes in het lichaam maakt. Als deze methode niet kan worden gedaan, moet de uroloog de nier via een open procedure weghalen. In dit geval maken we een snede in uw flank of bovenbuik waardoor we de nier kunnen verwijderen.

Hoe gaat het na de operatie?

Na de operatie wordt u naar de verkoever of uitslaapkamer gebracht. Wanneer u daar bent aangekomen, neemt de verpleging contact op met uw contactpersoon. Wij controleren een aantal functies. Zodra deze stabiel zijn en u goed aanspreekbaar bent, gaat u terug naar de afdeling.

‘Slangetjes’ (drains en katheters)

U krijgt een infuus, mogelijk een zuurstofbril voor zuurstoftoediening, een katheter en een wonddrain. De wonddrain is bedoeld om overtollig wondvocht en bloed uit het operatiegebied af te laten vloeien. Zo nodig krijgt u ook tijdelijk een maagslang. Afhankelijk van het verloop van het herstel, verwijderen wij de maagslang de dag na de operatie en de wonddrain en de blaaskatheter enkele dagen na de operatie.

Wat zijn mogelijke risico’s en complicaties?

Bij iedere operatie is er kans op een bloeding of een wondinfectie. Ook kan het zijn dat uw darmen moeite hebben op gang te komen na de narcose. Om uw darmen de kans te geven rustig te herstellen, bekijken we uw dieet van dag tot dag.

Er is ook een kans op longontsteking of trombose. Omdat het operatiegebied hoog in de romp zit, kan ademhalen pijnlijk zijn. U kunt moeite hebben met doorademen en dit verhoogt de kans op een longontsteking. Goed doorademen en snelle mobilisatie zijn belangrijk om deze complicaties te voorkomen. Om trombose te voorkomen krijgt u fraxiparine en steunkousen tijdens de operatie.

Zijn er leefregels na de operatie?

Het hangt van verschillende factoren af hoe snel u zich weer ‘de oude’ voelt. Hierbij spelen uw leeftijd, algemene conditie en de aard van de operatie een belangrijke rol.

In principe is het verstandig om 4 tot 6 weken na de operatie geen zware arbeid te doen en niet te sporten. In principe functioneert u, afhankelijk van het genezingsproces, na verloop van tijd weer zoals u dat gewend was.

U mag alles eten en drinken, en u wast zich of u doucht zich zoals u gewend was. De wondjes hebben bij een normale genezing geen speciale verzorging nodig. Na ontslag blijft u onder controle op de polikliniek, waar we ook het resultaat van het onderzoek van het verwijderde weefsel met u bespreken.