Pleuravochtdrainage

De beide longen en de borstwand worden omgeven door het long- en borstvlies (pleura). Om verschillende redenen kan er vocht in de ruimte tussen de long en de borstwand ontstaan, wat hier van nature niet hoort te zitten. Om dit te verhelpen brengt de longarts een dunne slang (drain) tussen twee ribben door, in de ruimte die tussen de long en de borstwand zit. Met behulp van een pomp wordt het vocht weggezogen. Tevens kunnen de longvliezen aan elkaar "geplakt" worden met een medicijn. Hierdoor wordt voorkomen dat zich daar opnieuw vocht ophoopt.

Voorbereiding voor de ingreep

Uw longarts voert de ingreep uit onder plaatselijke verdoving. U hoeft daarom niet nuchter te zijn. Indien nodig krijgt u vooraf een kalmerende of pijnstillende injectie. Als u bloedverdunnende middelen gebruikt zoals Sintrommitis, Marcoumar, Ascal of Aspirine dan moet u waarschijnlijk tijdelijk stoppen met het gebruik daarvan. Uw longarts heeft dit met u besproken. Neem bij twijfel alsnog contact op met uw longarts.

De ingreep

U krijgt een operatiejasje aan en wordt met bed overgebracht naar de behandelkamer. Daar zijn de longarts en medewerkers van de functieafdeling aanwezig. U blijft op uw bed liggen of u gaat liggen op de onderzoekstafel. Uw bovenlichaam wordt ontbloot en u krijgt een steriele doek over u heen.

Uw huid wordt eerst gedesinfecteerd (schoongemaakt). Daarna krijgt u aan de zijkant van uw borstkas een injectie voor de plaatselijke verdoving, wat pijnlijk kan zijn. Daarna maakt de arts een klein sneetje ("incisie") van twee tot drie centimeter in de huid, aan de zijkant van de borstkas.

Na de incisie brengt de arts een dunne slang (drain) in tussen de longvliezen; deze drain steekt nu uit de zijkant van uw borstkas. De drain wordt met een hechting vastgemaakt en rondom vastgeplakt. De drain is verbonden aan een opvangreservoir dat naast uw bed hangt. Aan het opvangreservoir zit een zuigpomp. De pomp zuigt steeds het pleuravocht weg, waardoor de long zich langzaam ontplooit.

Dit ontplooien kan gevoelig zijn en een hoestprikkel veroorzaken. Hiervoor kunt u eventueel medicijnen krijgen. Wanneer er veel pleuravocht aanwezig is, dan wordt dit in etappes afgezogen. Tussendoor wordt de drain dan afgeklemd.

De totale duur voor het aanleggen van de drain is ongeveer 20 minuten. Daarna wordt u teruggebracht naar de verpleegafdeling. Er zijn geen risico's verbonden aan de pleuravochtdrainage, maar de ingreep wordt wel als belastend ervaren. De longarts kan het vocht opsturen voor onderzoek. Om te zien of de drain goed zit en of de long zich ontplooit, wordt er regelmatig een longfoto gemaakt. Dit gebeurt terwijl u in bed ligt. U moet 3 tot 5 dagen bedrust houden, waarna de longarts bekijkt of de drain verwijderd kan worden.

Het plakken van de vliezen

Soms besluit de longarts tot het "plakken" van de vliezen. Dit betekent dat er via de drain een medicijn tussen de longvliezen wordt gespoten. Hierdoor kleven de vliezen aan elkaar en kan er zich geen vocht meer tussen de longvliezen ophopen. Dit kan pijnlijk zijn. U kunt een pijnstiller krijgen. Na het inspuiten van het medicijn wordt de drain gedurende twee uur afgeklemd. Het medicijn kan nu zijn werk doen. Daarna worden de klemmen verwijderd en wordt eventueel vocht afgezogen. Na het inspuiten van het medicijn kunt u gedurende korte tijd verhoging krijgen. De longarts zal met u bespreken of het plakken van de vliezen bij u nodig is.

Het verwijderen van de drain

Indien de longfoto goed is en de vochtproductie minimaal is, besluit de longarts de drain te verwijderen. De arts verwijdert de hechting waarmee de drain vastzit en verwijdert de drain. De verpleegkundige assisteert hierbij. Het insteekgaatje wordt stevig afgeplakt met gazen met vaseline. De zalf (vaseline) zorgt ervoor dat het insteekgaatje afgesloten is. De verwijdering van de drain duurt ongeveer vijf minuten. Het verband moet drie dagen blijven zitten, dan is het insteekgaatje dichtgegroeid. In die tijd mag u niet douchen, omdat het verband niet nat mag worden. Als het verband loslaat, waarschuwt u dan een verpleegkundige.

Duur van de drainage

De duur van de pleuravochtdrainage hangt af van de bevindingen van de ingreep en de snelheid van het ontplooien van de long. De drainage wordt voortgezet totdat er geen pleuravocht meer afloopt. De ziekenhuisopname varieert in het algemeen van vijf tot tien dagen, afhankelijk van het beloop en de uitslag van de ingreep.

De uitslag

De longarts bespreekt tijdens uw verblijf in het ziekenhuis de resultaten van de ingreep met u.