Allergieën

Allergie wordt wel eens de ziekte van de eenentwintigste eeuw genoemd. Het aantal mensen met een allergie is wereldwijd toegenomen en over de oorzaak tast men nog in het duister. In Nederland wordt geschat dat 30 - 40% van de bevolking het vermogen heeft om allergisch te reageren.

Wat is allergie?

Allergie is een overgevoeligheidsreactie op onschadelijke stoffen zoals stuifmeel van bomen, grassen of onkruid. We spreken dan van hooikoorts. Maar men kan ook allergisch zijn voor huidschilfers van dieren, uitwerpselen van huisstofmijten en schimmels.

Ons immuunsysteem (afweersysteem) beschermt ons lichaam tegen aanvallen en het binnendringen van lichaamsvreemde stoffen door het maken van onder andere antistoffen. Bij een allergie is het immuunsysteem ontregeld en maakt het antistoffen (IgE) die averechtse reacties veroorzaken.

Wat zijn allergenen?

Allergenen zijn stoffen (in het algemeen eiwitten) die aanleiding kunnen geven tot allergische klachten. Allergenen kunnen ingedeeld worden in een aantal groepen, afhankelijk van de manier waarop het lichaam ermee in aanraking komt:

  • inhalatieallergenen, verreweg de belangrijkste groep (bijv. stuifmeel, huidschilfers van dieren, bestanddelen van huisstofmijt);
  • contactallergenen (nikkel in sieraden, lijm in schoeisel, latex);
  • voedingsmiddelen;
  • insectengif;
  • geneesmiddelen;
  • beroepsallergenen.

Klachten door allergie

Bij een allergische reactie kunnen verschillende organen tegelijk betrokken zijn:

  • Bovenste luchtwegen: niezen, loopneus, verstopte neus, jeuk in de neus/gehemelte. Zoals bijvoorbeeld bij hooikoorts;
  • Onderste luchtwegen: hoesten, kortademigheid. Zoals bijvoorbeeld bij astma;
  • Ogen: tranende, jeukende en rode ogen, opgezette oogleden;
  • Huid: eczeem, jeuk, galbulten;
  • Maagdarmkanaal: zwelling van lippen, tong of gehemelte, misselijkheid, braken, diarree, buikpijn;
  • Meerdere organen: anafylactische shock.

Hoe wordt een allergie vastgesteld?

Anamnese: om er achter te komen of men allergisch is voor een of andere stof is het uitermate belangrijk dat de dokter goed luistert naar het verhaal van de patiënt en dat er goede samenwerking is tussen de dokter en de patiënt. Gezamenlijk spelen zij een soort detectiverol om uiteindelijk de schuldige stof(fen) proberen te ontmaskeren.

Lichamelijk onderzoek: hierbij gaat de dokter naar bepaalde kenmerken zoeken die op een allergie kunnen wijzen.

Aanvullend onderzoek:

  • huidtesten: priktest, intracutane test;
  • bloedonderzoek: het bepalen van antistoffen (m.n. IgE);
  • provocatietest: het in contact brengen van het allergeen met bijv. neus of longen.

Behandeling

Het is erg belangrijk om het allergeen zoveel mogelijk te vermijden of te verwijderen, maar helaas is dat niet altijd even makkelijk. Er zijn wel een aantal adviezen om klachten te voorkomen of te verminderen:

Bij hooikoorts:

  • Sluit de ramen van uw auto tijdens het rijden;
  • Ga bij voorkeur op vakantie aan de kust of in het hooggebergte (hier zit minder stuifmeel in de lucht);
  • Sluit aan het einde van de middag ramen en deuren van het huis. Rond die tijd zit er het meeste stuifmeel in de lucht;
  • Leef gezond. Zorg voor een goede weerstand;
  • Volg de actuele hooikoortsberichten via radio, internet of teletekst. Of via de polleninformatiedienst van het LUMC.

Bij huisstofmijtallergie dient de woning gesaneerd te worden. Dit is vooral gericht op vocht- en stofbestrijding.

Is men allergisch voor een huisdier, dan is de beste oplossing om het dier uit huis te plaatsen. Indien men besluit het dier (nog) niet uit huis te plaatsen, houdt men het dier in ieder geval uit de slaapkamer.

Medicijnen zoals:
Antihistaminica: werken tegen de symptomen, worden vooral gebruikt bij hooikoorts, eczeem en galbulten (urticaria). Mogelijke bijwerking: slaperigheid, met name bij de oudere antihistaminica; de moderne antihistaminica hebben deze bijwerking niet of nauwelijks.

Leukotrienen antagonisten: blokkeren de werking van stoffen (leukotrienen) die een belangrijke rol spelen bij een allergische reactie, worden gebruikt bij hooikoorts en astma.

Corticosteroïden: dit zijn hormoonpreparaten die een krachtige werking hebben met name bij het onderdrukken van allergische reacties. Nadeel is dat ze vele bijwerkingen kunnen veroorzaken bij  langdurig gebruik, zoals hoge bloeddruk, suikerziekte, botontkalking en het dunner worden van de huid. Dit geldt met name voor de tabletvorm. Zij worden gebruikt bij alle soorten allergie.

Bronchus verwijdende geneesmiddelen: worden alleen gebruikt bij astma.

Hyposensibilisatie of immunotherapie
Bij deze behandelingsmethode krijgt men de stof, waarvoor men allergisch is (het allergeen), toegediend. Er is dus kans dat men daarop een allergische reactie kan krijgen.

De behandeling duurt minimaal 3 tot 5 jaar en vereist van de patiënt veel tijd, energie en bovenal een enorm geduld en discipline. Deze behandeling wordt dan ook pas toegepast indien ondanks de bovengenoemde geneesmiddelen, men nog steeds veel last heeft van de allergie. Het is de bedoeling om de duur en de ernst van de allergische klachten te verminderen, dus dat men minder allergisch gaat reageren.

Er zijn twee soorten hyposensibilisatie:

  • Subcutane hyposensibilisatie: het allergeen wordt onder de huid op regelmatige tijden gespoten.
  • Sublinguale hyposensibilisatie: via druppeltjes of tabletten wordt het allergeen door het lichaam opgenomen. Deze behandeling kan niet toegepast worden bij:
    • het gebruik van bepaalde bloeddrukverlagende middelen;
    • ernstig constitutioneel eczeem;
    • moeilijk te behandelen astma;
    • bepaalde ziekten zoals auto-immuunziekten, kwaadaardige aandoeningen.